In zijn boek De Graanrepubliek schetst Frank Westerman de teloorgang van het grootschalige landbouwbedrijf in de Nederlandse kustgewesten. Het boek speelt zich grotendeels af in het Oldambt, een vruchtbaar poldergebied in het uiterste noordoosten van ons land. Socialisme en communisme hebben hier vanouds veel aanhang; het politieke ressentiment van de voormalige landarbeiders tegen de vroegere herenboeren is nog altijd springlevend.
De lezing behandelt de sociale en politieke geschiedenis van het Oldambt. Beginnend met de teloorgang van het oorspronkelijke ontginningslandschap, het ontstaan van de Dollard en de aanleg van nieuwe polders na 1500 wordt een beeld geschetst van een pionierssamenleving die boeren en landarbeiders volop nieuwe kansen bood. In de achttiende eeuw werd het Oldambt een bolwerk van piëtisme en oranjegezindheid; in de negentiende eeuw was juist het liberalisme hier goed vertegenwoordigd. Duidelijk zal worden dat de radicale opvattingen van de landarbeiders oorspronkelijk in de kringen van de boeren zijn ontstaan. Beide groepen hadden aanvankelijk meer gemeen dan ze later wilden toegeven. De spreker is opgegroeid in het Oldambt en kan zijn verhaal met eigen ervaringen illustreren.