Koning Willem II (1792-1849) bezat een van de fraaiste privé kunstcollecties van zijn tijd. Hoewel hij een kunstminnend vorst was, toonde hij zich in tegenstelling tot zijn vader geen bevorderaar van de pas ontstane musea in ons land. Met Thorbecke was hij van mening dat kunst geen regeringszaak was. Des te meer energie stak hij in het verzamelen.
Zijn collectie telde onder andere veel schilderijen uit de Oudnederlandse school. In de catalogus prijkten de namen van de bekendste Vlaamse Primitieven, zoals die van Jan van Eyck en Rogier van der Weyden.
De koning liet voor zijn schilderijen zelfs een door hemzelf ontworpen neogotische galerij in Den Haag bouwen. Deze Gothische Zaal bestaat nog steeds. Toch kunnen we tegenwoordig de werken van Willem II vrijwel uitsluitend in buitenlandse musea bewonderen, want een jaar na zijn dood werd de zorgvuldig opgebouwde collectie geveild. De werken raakten verspreid over de gehele wereld.
Hoe bracht Willem II zijn collectie bijeen, welke werken telde de verzameling en waarom verdwenen uiteindelijk bijna alle werken over onze grenzen?