Sprekersgids
Carla Oldenburger
1) HISTORISCHE TUIN- EN LANDSCHAPSARCHITECTUUR
IN NEDERLAND
Ontstaans - en ontwikkelingsgeschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur, met bijzondere aandacht voor herstel van historische beplantingen.
Deze lezing kan eventueel ook in twee delen en in uitgebreidere vorm worden gegeven. Hierdoor ontstaat dan meer het karakter van een cursus.
a) Introductie in de geschiedenis van de Nederlandse tuin- en landschapsarchitectuur: Middeleeuwen, Renaissance en Verlichting.
b) idem: Van Romantiek tot Moderne tijd.
Korte inhoud: de lezing behandelt chronologisch de verschillende tuinstijlen in de Nederlandse tuingeschiedenis, incl. het werrk van de bijbehorende tuin- en landschapsarchitecten. Verschillende tuinrestauraties uit de afgelopen decennia zullen in hun historische context worden behandeld.
extra info
2) HISTORISCHE TUIN- EN LANDSCHAPSARCHITECTUUR IN NEDERLAND, STREEKGERICHT
Als 1), maar dan gericht op een bepaalde streek.
extra info
3) MONUMENTAAL GROEN
vergelijkend tuinhistorisch onderzoek (de "Cascade-methode"), als basis voor waardestellingen van monumentaal groen.
Ook historische tuinen en parken kunnen als monument worden aangewezen. Welke criteria worden hiervoor toegepast? Als voorbeeld zal de tuin van Museum Beeckestijn worden uitgewerkt.
extra info
4) TUINARCHITECTUUR EN BEPLANTING EN HUN ONDERLINGE RELATIES
Er wordt inzicht verschaft in het lezen van historische tuinontwerpen. Wat betekent wat op een ontwerp? Maar ook in welk plantmateriaal wordt het ontwerp vertaald? Wat betekent een slingerende lijn op een ontwerp? Een slangemuur. En waarmee beplant men dan een slangemuur?
extra info
5) HERSTEL VAN HISTORISCHE TUINEN
Restauratie, reconstructie, renovatie, transformatie.
Wat is het verschil tussen bovenstaande begrippen en wanneer en op welke grond gaat men tot een ervan over?
extra info
6) HISTORISCHE BEPLANTINGEN
Van en rond bijzondere tuinelementen: tuinsieraden (koepels, grotten etc.); tuinbeelden, doolhoven; heggen en hagen; a-haÕs.
Korte inhoud: Elk bijzonder tuinelement heeft zijn eigen eisen en eigen beplanting. Bronnen hiervoor zijn o.a. de boeken van Jan van der Groen (1669) en Johann Knoop (ca. 1750). Hoe zijn deze door ons te interpreteren?
extra info
7) Ontwikkeling van de tuin- en landschapsarchitectuur in enige karakteristieke regio''s, streken en landschappen van Nederland.
N.a.v. de ligging, het ontwerp, de beplanting etc. van verschillende tuinen en parken in bovenstaande streek wordt de tuingeschiedenis in Nederland aanschouwelijk gemaakt. U kunt kiezen uit:
= Zuid-Kennemerland (algemeen, Bloemendaal en buitenplaats Beeckestijn i.h.b.
= Gelderland (algemeen); de Veluwe (Het Loo); de Veluwezoom (Rosendael en Sonsbeek).
.
= idem: Drenthe (algemeen); de Vecht (o.a. Petersburg); Zuid-Limburg (o.a. Neercanne).
extra info
Duur lezingen: de lezingen duren alle 2 x ca. 50 min. Met een korte thee-/ koffie pauze. Men moet dus op een dagdeel rekenen. Lezing 1a en 1b duren elk ook 2 x ca. 50 min.
Benodigdheden: dia-apparaat; dia-scherm; dia-tafeltje.
Sprekerservaring: zeker 25 jaar gemiddeld 10 lezingen per jaar, nationaal en internationaal.
Bijzonderheden: Carla Oldenburger is co-partner in OHT / Oldenburgers Historische Tuinen. Ook Juliet Oldenburger zal in overleg lezingen voor haar rekening nemen.
Referenties op te vragen bij Nederlandse Tuinenstichting; St. Geldersch Landschap, Rijksdienst Monumentenzorg.
Gevraagd honorarium: in nader overleg.
Reiskosten: reiskosten op basis van openbaar vervoer 1e Klas.